Naar inhoud nummer
Download

Om artikelen op te slaan heb je een account nodig

Om artikelen op te slaan heb je een account nodig

Artikelen
Een nuttige en praktische aanvulling op N=1 studies?

Een leertheoretische benadering van de therapeutische interactie.

Laura de Jong, Nynke Rauwerda, Arend Veeninga
Jaargang 2011 - Nummer 1 - dinsdag 4 november 2025

Samenvatting

De N=1 studie is een essentieel onderdeel van de opleiding tot cognitief gedragstherapeut. De aspirant gedragstherapeut levert hiermee een ‘proeve van cognitief- gedragstherapeutische bekwaamheid' af. Het accent in N=1 studies ligt sterk op het toepassen van theoretisch onderbouwde, en empirisch geverifieerde behandelmethodes. In dit artikel presenteren twee gedragstherapeuten een beknopte samenvatting van hun N=1 studie, waarin een methode - gebaseerd op leertheoretische principes - is gehanteerd om de werkalliantie (therapeutische interactie) optimaal te benutten. Dit is een vaak een wat onderbelicht onderwerp bij N=1 studies. De ervaringen met deze aanpak worden kort besproken.

Summary

A behavioral approach to the therapeutic interaction. A useful and practical addition to case studies?

A cognitive behavioral treatment approach (CBT) of two clients with complicated psychiatric problems is described. In addition to evidence based treatment methods, emphasis was also laid on the application of Functional Analytic Psychotherapy (FAP), a behavioristic approach focusing on the client's as well as the therapist's behavior (interactions) during treatment sessions in order to maintain a good working alliance and help the client as well as the therapist to develop more appropriate behavior.

Literatuur

  • Cuijpers,  P.,  Bockting,  C.,  Oppen,  P.  van,  &  Huibers,  M.  (2010).  De  derde  golf  van  psy chotherapie bij depressie: Noodzakelijke vernieuwing of de kleren van de keizer?   Gedragstherapie, 34, 25-34.
  • Duncan, L.B., Miller, S.D., Sparks, J.A., Claud, D.A., Reynolds, L.R., Brown, J., & Johnson, L.D.   (2003). The Session Rating Scale: Preliminary properties of "working" alliance measure. Journal of Brief Therapy, 3, 3-12.
  • Gilbert, P., & Leahy, R.L. (2007). The therapeutic relationship in the cognitive behavioral  psychotherapies. New York: Routledge.
  • Hafkenscheid, A. (2004a). De interpersoonlijke communicatietheorie van Donald Kiesler: de theorie (deel 1) en de praktijk (deel 2). Psychopraxis, 6, 15-19 en 59-64.  
  • Hafkenscheid, A. (2004b). Functional Analytic Psychotherapy (FAP): een leertheoretisch   kader om het psychotherapeutische proces te begrijpen en te beïnvloeden. Gedragstherapie, 37, 219-224.
  • Huibers, M., Bockting, C., Oppen, P. van, & Cuijpers, P. ( 2010). De kwaliteit van cognitieve   therapie in Nederland. Gedragstherapie, 43, 115-118.
  • Jong,  Laura  de  (2009).  n=1  over  een  korte  behandeling  bij  een  dwangmatige  cliënte.   Ongepubliceerde casusbeschrijving.
  • Keijsers,  Ger  P.J.,  Vissers,  Wiede,  Hutschemaekers,  Giel  J.M.,  &  Wittemen,  Cilia  L.M.   (2010). Empirische ondersteunde psychologische behandelingen. Moeten we dat nu  wel doen? Maandblad Geestelijke volksgezondheid, 65, 364-376.
  • Kohlenberg, R.J., & Tsai, M. (1994). Functional Analytic Psychotherapy: A radical behavioral approach to treatment and integration. Journal of Psychotherapy Integration,   4, 175-201.
  • Kohlenberg, R.J., Kanter, J.W., Bolling, M., Wexner, R., Parker, C., & Tsai, M. (2006). Functionele analytische psychotherapie, cognitieve therapie en acceptatie. In: Mindfulness  en Acceptatie, de derde generatie gedragstherapie. Amsterdam: Harcourt.
  • Rauwerda, N. (2010). Een kortdurende cognitief gedragstherapeutische behandeling bij:  Morbide Obesitas. Ongepubliceerd manuscript.
  • Sprey,  A.  (2002).  Praktijkboek  persoonlijkheidsstoornissen.  Diagnostiek,  cognitieve   gedragstherapie en de therapeutische relatie. Houten: Bohn, Stafleu, Van Loghum.
  • Veeninga, A., & Hafkenscheid, A. (2010). Persoonsgerichte supervisie in de psychotherapieopleiding. Tijdschrift voor Psychotherapie, 36, 108-119.
  • Veeninga, A. (2010). Mechanisch toepassen van behandelprotocollen: een doodlopende   weg? Gedragstherapie, 43, 257-261.

Bekijk artikelen van dezelfde auteurs

Laura de Jong Nynke Rauwerda Arend Veeninga