Naar inhoud nummer
Download

Om artikelen op te slaan heb je een account nodig

Om artikelen op te slaan heb je een account nodig

Artikelen

De behandeling van paniekstoornis: een invitatie tot verbetering van een effectief behandelprotocol

Steven Meijer, Erik ten Broeke
Jaargang 2011 - Nummer 3 - dinsdag 4 november 2025

Samenvatting

De protocollaire behandeling voor ‘paniekstoornis met agorafobie' is onbetwist een effectieve behandeling. Het is echter de vraag of daarmee het laatste woord is gezegd. Het hoeft immers niet zo te zijn dat een effectief gebleken behandeling voldoende recht doet aan en in de pas loopt met de huidige experimentele psychopathologie. Soms kunnen nieuwe bevindingen onderdelen van een protocol obsoleet maken of op een andere wijze vragen om aanpassing van een bestaande werkwijze. Zo zijn er belangwekkende nieuwe inzichten ontstaan over de psychologische mechanismen die een rol spelen bij paniekstoornis en de in dat kader veelvuldig toegepaste interventie ‘exposure in vivo'. In dat licht bezien is het de vraag of het standaard behandelprotocol voor paniekstoornis conceptueel nog wel ‘up-to-date' is. In dit artikel worden een aantal van die nieuwe inzichten naast de opbouw en uitwerking van het huidige protocol gelegd. Verschillen en overeenkomsten worden besproken en vertaald naar de praktijk.

Summary

The treatment of panic disorder: an invitation to the improvement of an effective treatment protocol

The manualised treatment for panic disorder with agoraphobia is without any doubt an effective treatment. But even when a treatment is effective, it does not necessarily mean that the treatment underpinnings are in accordance with the latest research findings underlying the theoretical viewpoints of the mechanisms of the treatment interventions and/or the pathology in question. New findings can make certain steps and/or procedures obsolete or can ask for adaptations. In this article the authors review the protocol from the perspective of the latest findings regarding exposure in vivo and the underlying mechanisms. They conclude with suggestions regarding adapting the protocol in favor of these findings.

Literatuur

  • Beurs, E. de, & Van Widenfelt, B. (2004). Paniekstoornis en agorafobie. Houten: Bohn Stafleu Van Loghum.
  • Craske, M.G., & Barlow, D.H. (1993). Panic disorder and agoraphobia. In D.H. Barlow (Ed.),   Clinical handbook of psychological disorders. (2nd Ed.). New York: Guilford.
  • Craske, M.G., & Barlow, D.H. (2008). Panic disorder and agoraphobia. In D.H. Barlow (Ed.),   Clinical Handbook of Psychological Disorders (4th Ed.). New York: Guilford.
  • Craske, M.G., Hermans, D., & Vansteenwegen, D. (Eds), (2006). Fear and learning: From  basic  processes  to  clinical  implications.  Washington  DC:  American  Psychological   Association.
  • Kampman, M. & G.P.J. Keijsers (2004) Behandeling van paniekstoornis met en zonder  agorafobie. In: G.P.J. Keijsers, A. van Minnen, & C.A.L. Hoogduin  (Eds.) (2004). Protocollaire behandelingen in de ambulante geestelijke gezondheidszorg. Deel 2 (2e  herz. druk). Houten: Bohn Stafleu Van Loghum.
  • Keijsers, G.P.J., Minnen, A. van., & Hoogduin, C.A.L. (Eds.) (2004). Protocollaire behandelingen in de ambulante geestelijke gezondheidszorg. Deel 2 (2e herziene. druk). Houten: Bohn Stafleu Van Loghum.

Bekijk artikelen van dezelfde auteurs

Steven Meijer Erik ten Broeke