Naar inhoud nummer
Download

Om artikelen op te slaan heb je een account nodig

Om artikelen op te slaan heb je een account nodig

Artikelen
Voorwoord

De bedrieglijke eenvoud van B. F. Skinner

Pier Prins, Arnold van Emmerik
Jaargang 2023 - Nummer 4 - dinsdag 4 november 2025

Samenvatting

Waarom een heel themanummer over B. F. Skinner? vraagt u zich misschien af. Valt er nog iets nieuws te melden over deze grondlegger van de operante conditionering en daarmee indirect van de gedragstherapie? Kunnen we nog iets van hem leren? Wij denken van wel.

Skinner was – al dan niet samen met Sigmund Freud – de bekendste psycholoog van de twintigste eeuw, zowel bij vakgenoten als bij het grote publiek. Tegelijkertijd was hij ook de meest controversiële en de meest verkeerd begrepen psycholoog. Hij was niet alleen de ontdekker van het operante leren en de daarvan afgeleide gedragsveranderingstechnieken, maar ook een onvermoeibare pleitbezorger van het radicale behaviorisme, de ontwerper van een meer harmonieuze en duurzame samenleving (die hij beschreef in zijn boek Walden Two) en een gedreven uitvinder. De kern van Skinners gedragsleer is dat we zijn wat we doen, en dat wat we doen het resultaat is van onze genetische aanleg, onze leergeschiedenis en de actuele omstandigheden. Altijd en overal staat ons gedrag onder invloed van die externe omgeving. Om als individu en samenleving verder te komen (te overleven zelfs) moeten we volgens Skinner het idee van vrijheid opgeven en de oorzaken van ons gedrag niet zoeken in cognities (states of mind) en gevoelens, maar in de contingenties van bekrachtiging die in de omgeving liggen. We moeten onder ogen zien dat we geconditioneerde wezens zijn. Alleen dan kunnen we paradoxaal genoeg iets aan die externe controle doen en haar in ons voordeel gebruiken.

Deze stelling over de ondergeschikte rol van vrijheid, de vrije wil en de 'binnenwereld' van mensen bij het verklaren van hun gedrag is velen, ook psychologen, in het verkeerde keelgat geschoten. Skinner zou met deze stellingname niet alleen de psychologie op haar kop zetten, maar met zijn nadruk op externe controle volgens zijn critici ook de rode loper uitleggen voor fascisten, communisten en kwaadwillende autoritaire leiders. Deze beeldvorming is er de oorzaak van dat Skinners radicaal-behavioristische ideeën over complex gedrag en private events door de mainstream psychologie als irrelevant terzijde zijn geschoven. De meeste studenten en docenten aan universiteiten, maar ook cognitieve gedragstherapeuten kennen Skinners latere werk (vanaf de jaren vijftig) nauwelijks nog. Daardoor is de gigant Skinner ten onrechte in de marge van de psychologie terechtgekomen.

Wij zijn van mening dat een herwaardering van Skinners werk zinvol is. Zijn ideeën over vrijheid, omgevingscontrole, complex gedrag (zoals taal en denken), de plaats van de cognitieve psychologie en de inrichting van een betere en duurzamere samenleving verdienen volgens ons meer aandacht. In de huidige discussies over grote maatschappelijke problemen speelt Skinners gedragsleer geen rol van betekenis, terwijl zijn werk wel aanknopingspunten biedt voor de oplossing van die problemen. Waar we Skinners ideeën wel terugzien, krijgt hij daar vaak niet de erkenning voor. Vandaar dit themanummer.

 

Zonder de auteurs van dit themanummer tekort te willen doen, zal het opvallen dat er geen empirische bijdragen in zijn opgenomen. Het is ons niet gelukt om wetenschappers die onderzoek doen naar operante conditionering te strikken voor dit themanummer. Misschien dat de bekrachtigingscontingenties die wij gebruikten om hen aan boord te krijgen niet sterk genoeg waren. Er wordt in Nederland en Vlaanderen echter wel degelijk empirisch onderzoek naar operante conditionering verricht, zoals onderzoek naar bekrachtigingsschema's, operante technieken in oudertrainingen, gewoontevorming, taalgedrag en ontwikkeling, omgevingscontrole en complex gedrag, zoals taal en denken.

Dit themanummer opent met een bijdrage van Hubert De Mey. Hij gaat in op de twee kernbegrippen in de gedragstheorie van Skinner: contingentie en selectie. Beide zijn cruciaal voor een goed begrip van Skinners werk. Ze leiden tot een heel andere kijk op de gangbare psychologie, die gedrag verklaart aan de hand van hypothetische constructen van cognitieve en neuropsychologische aard. De Mey behandelt contingentie en selectie op drie niveaus: dat van het individu, van de groep en van de soort.

Francis De Groot volgt met een bijdrage over straf. Straffen en belonen zijn onlosmakelijk verbonden met de operante conditionering. Skinner hield om meerdere redenen niet van straffende contingenties en gaf de voorkeur aan positieve bekrachtiging. Maar, zo vraagt De Groot zich af, is een samenleving zonder straf wel mogelijk?

De bijdrage van Jan De Houwer en Yannick Boddez gaat in op het onderscheid dat Skinner in zijn functionele benadering van gedrag maakt tussen gedrag dat gevormd wordt door contingenties (contingency-shaped) en gedrag dat geleid wordt door regels (rule-governed). Deze auteurs menen dat Skinner onvoldoende is ingegaan op hoe mensen leren om zich aan regels aan te passen. Ze laten zien dat relational frame theory dat wel succesvol doet.

Pier Prins en Arnold van Emmerik verdiepen zich in de ideeën van Skinner over zelfcontrole en leefstijlverandering, en de cruciale rol van de omgeving daarbij. Volgens Skinner moet de overheid het voortouw nemen om de omgevingscondities voor een gezonde leefstijl te scheppen. Men kan dat niet uitsluitend aan de burger overlaten. Die kan via zelfcontrole wel voor zichzelf een gezonde leefstijl proberen te bereiken, maar zelfcontrole is net als elk ander gedrag operant gedrag en moet om succesvol te zijn ingebed zijn in een bekrachtigende omgeving.

Skinner vond zijn boek Verbal Behavior, waarin hij een functionele benadering van complex gedrag als taal en denken gaf, zijn belangrijkste werk. Hij werkte er 20 jaar aan. Verbal Behavior moest duidelijk maken dat operante conditionering niet alleen van toepassing is op simpel gedrag (zoals een hendel overhalen – een veelgehoorde kritiek op Skinners werk), maar ook op complex gedrag (zoals dat van sprekers en luisteraars). Martin Finn beschrijft de reikwijdte van dit enorme project en verdiept zich in de antecedenten en consequenten ervan.

Peter Prudon ten slotte onderzoekt in hoeverre Skinners extreme determinisme houdbaar is. Hij beargumenteert dat nota bene Skinners eigen gedragsmodel belangrijke aanknopingspunten biedt voor de ervaring van een vrije wil. Centraal in zijn betoog staat de flexibiliteit in de gedragsregulatie. Hiermee, concludeert Prudon, krijgt de mens zijn verantwoordelijkheid terug.

Naast deze hoofdartikelen bevat dit themanummer twee Forumbijdragen. Denny Borsboom reflecteert op de plaats van Skinner in het universitaire psychologieonderwijs, waarbij hij Skinner prachtig en terecht typeert als een van de laatste psychologen met een 'groot verhaal' en een alomvattend mensbeeld. Joop Bosch beschrijft hoe Skinner voor hemzelf en ons vak meer was dan louter een gedragstechnocraat. Ook de boekbesprekingen die u van ons gewend bent ontbreken niet: Hidde Kuiper herlas en bespreekt voor u Skinners Beyond Freedom and Dignity en Albert Ponsioen Skinners utopische roman – ja, ook dat kon Skinner - Walden Two. In de rubriek Voor u gelezen grijpen wij zelf de gelegenheid aan om Skinners scherpe kritiek op de cognitieve psychologie voor het voetlicht te brengen. Omdat we weten dat velen van u de cognitieve psychologie een warm hart toedragen, vinden we dat best spannend.

 

Wij danken graag alle auteurs voor hun enthousiaste inspanningen voor dit themanummer. Hetzelfde geldt voor de redactie van dit tijdschrift. Er valt over Skinner veel meer te zeggen dan zelfs in een themanummer zoals dit mogelijk is, maar gezamenlijk bieden de diverse bijdragen naar onze mening een goede kijk op zowel de fundamenten als de veelzijdigheid van Skinners werk.

We hopen dat dit themanummer u prikkelt om u verder (of opnieuw) in het werk van Skinner te verdiepen en u helpt om het operante gedragsmodel en het radicaal behaviorisme te (her)waarderen. Het werk van Skinner is nog goed toegankelijk en verkrijgbaar. Meer informatie hierover is te verkrijgen bij de Skinner Foundation (www.bfskinner.org), die ook het driemaandelijks online tijdschrift Operants uitgeeft, waar u zich kosteloos op kunt abonneren. Hieronder doen wij tot slot drie suggesties voor literatuur die een goede ingang tot het werk van Skinner biedt.

 

Veel leesplezier!

Literatuursuggesties

  • Bjork, D. W. (1993). B. F. Skinner: A life. Basic Books.
  • Catania, A. C., & Harnad, S. (1988). The selection of behavior: The operant behaviorism of B. F. Skinner: Comments and consequences. Cambridge University Press.
  • Prins, P., & van Emmerik, A. (2020). De ideale wereld van B. F. Skinner: Lessen van een gedragspsycholoog voor nu en de toekomst. LannooCampus.

Bekijk artikelen van dezelfde auteurs

Pier Prins Arnold van Emmerik